Steilsteven

  • rechte voorsteven
  • bolvormige aak-kont
  • roef voor het roer
  • licht van bouw
  • ronde kimmen
  • soms gebroken voorsteven
  • geveegd achterschip
  • bakdek-paviljoen
  • gestrekt schip
  • zwaar hijstuig

De oorsprong van de steilstevens vinden we in de provincie Groningen met haar vele kanalen in het veengebied. De Groninger is van nature een beetje zuinig, zodat de daar gebouwde schepen altijd wat schraal gebouwd zijn. Omdat de tjalk een tamelijk moeilijk te bouwen scheepstype is, ontstond op het moment dat er behoefte kwam aan een goedkoper gebouwd schip de steilsteven, een aak met een rechte motorsteven. Een andere benaming voor de steilsteven is zeilaak, een op zich wat vreemde naam, aangezien er natuurlijk aken genoeg gebouwd zijn, die in staat zijn om te zeilen. Ook vinden we de naam Groninger steilsteven aak in gebruik voor de steilsteven. Aan het feit dat de schippers het eigenlijk geen schip vonden is het dus te danken dat de aanduiding steilsteven het als benaming gewonnen heeft. Bij de bouw van de steilstevens heeft men vooral gelet op afmetingen van de sluizen en de kanalen in dit deel van het land. Men vindt hier een uiteenlopend laadvermogen meestal van 80 tot 120 ton, al werden er later ook dergelijke schepen tot 150 ton en groter gebouwd.

De steilsteven steekt vrij ondiep en is langgerekt van vorm. Het roefje op het achterdek heeft aan weerszijden raampjes, en de ingang zit volgens Groninger gebruik aan de rechterkant. De slaapplaatsen zijn te vinden onder het achterdek en in het vooronder. Het hekje loopt tot de voorkant van de roef; vandaar loopt een grenen zetboord tot aan het want. Voor het want zit het naambord. Later werd het zetboord vervangen door scepters en een ketting. Het roer heeft dezelfde vorm als van een tjalk. Steilstevens hebben vaak ijzeren zwaarden. Heel vroege exemplaren hebben geen kluisgat voor de ankerketting; later zien we één kluisgat (ze leken altijd wat scheel).

Door de aakvorm van het achterschip moest de steilsteven voorover worden getrimd in verband met het loslaten van het water (als een klomp overboord ging, kon je hem ‘s avonds zo weer oppakken). De steilsteven kan door de lichte bouw in vergelijking met een luxe motor zo’n 20 ton meer meenemen.
De oorsprong van de steilsteven ligt in Groningen. Zoals de naam aangeeft, heeft het schip een rechte voorsteven, maar het achterschip van een aak. Het boeisel staat voor rechtop en valt bij de achtersteven iets naar binnen, maar lang niet zo sterk als bij een tjalk.

Gebruik
Speciaal gemaakt voor de veenkoloniale kanalen werd met de steilsteven alles vervoerd wat maar te krijgen was. In het begin werd er uiteraard veel in de lijn gelopen of met het paard gejaagd. De stalen zwaarden zijn minder geschikt om te zeilen. De kleinere exemplaren hadden dan ook een kleine tuigage - eigenlijk alleen geschikt om voor-de-wind en met halve wind te zeilen. De mast en giek werden veel gebruikt voor het laden en lossen. De Duitse steilstevens werden veelal met bokkepoten en sprietzeil uitgerust. De steilsteven wordt nogal eens verward met de stevenaak, die een andere vorm heeft en hoofdzakelijk in hout werd gebouwd. Zowel voor vrachtvervoer als in de chartervaart zijn er nog steilstevens in de vaart.

Bekijk het actuele aanbod ex-beroepsschepen

 

Jachten en Schepen in de verkoop, verkocht of uit de verkoop