IJsselaak

Dit is de schippersbenaming voor de Boeieraken van de Hollandse IJssel en tegenwoordig gemakshalve een benaming voor welhaast alle Boeieraken.

De IJsselaak was hét schip van de Hollandse IJssel, gebruikt voor het vervoer van zand en grind.
Hele dorpen, zoals Ouderkerk, waren en zijn nog gespecialiseerd in deze vervoerstak. Vroeger werd het zand door de schipper zelf met de ‘beugel’ van de bodem van de rivier gebaggerd. Deze beugel was een zak aan een ijzeren band, die zichzelf als het ware in de bodem begroef en dan vol werd opgehaald en in het schip werd leeggekiept. Dit beugelen was een bepaalde slag; je moest er handigheid in hebben. Al met al was het zwaar werk.

Het lossen gebeurde met de kruiwagen. Om dit werk te vergemakkelijken waren er wegneembare delen in de den, de opstaande rand rond het ruim, aangebracht. Later kwamen er de zogenaamde zelflosinstallaties. De schippers die zo hun brood verdienden werden IJsselmannen genoemd.

Het zeiltuig bestond uit een grootzeil met een rechte of soms ook een gebogen gaffel en een fok; de grotere schepen hadden een kluiver. Bekende werven waren Snoey in Ouderkerk aan de IJssel en Duijvendijk in Krimpen aan de IJssel.

De verschillen tussen IJsselaken en Boeieraken, van bijvoorbeeld Brabantse werven, zijn niet zo groot. Deze laatste zijn nog wel eens herkenbaar aan het feit dat de bovenrand van het boeisel aan weerszijden van de kop licht omhoog loopt naar een ietwat puntige kop; bij IJsselaken sluit de bovenrand vaak horizontaal aan tegen de steven.

  • boeisel voor en achter meestal in één lijn met de romp; soms lichte knik op het berghout
  • voor- en achtersteven: soms stuizen; soms beretanden
  • kleine soort: open
  • grote soort: met een paviljoen, klein roefje of als dekschip
  • grootzeil met gebogen of rechte gaffel, fok en soms kluiver

Bekijk het actuele aanbod ex-beroepsschepen

Jachten en Schepen in de verkoop, verkocht of uit de verkoop