Spits / Freycinet

De eerste Spits hadden een spits voorschip. Ondanks het latere plompe uiterlijk is de naam gebleven. In het begin geheel van hout, maar al vrij snel gebouwd van ijzer, nog wel met een houten vlak. Hout beschadigde minder snel op een stenige bodem dan het broze ijzer van de vorige eeuw. Spitsen zijn licht gebouwd, de kimmen zijn hoekig, (grote spantafstand, de huid maximaal 5 streep). De afmetingen zijn circa 38,50 x 5,05 x 2,40 meter met een tonnage van ongeveer 350 ton.

Oorspronkelijk zijn het scheepstypen met een middenroef. Hierin werden ‘s nachts de paarden gestald die de schipper gebruikte om het schip te jagen. Er zijn nog enkele van deze schepen in de vaart (Frankrijk), waarbij de middenroef dienst doet als woning.

In de twintiger jaren zijn veel spitsen van een motor voorzien. Door de volle vormen was het rendement van de motor laag. Het achterschip heeft te weinig inzinking, waardoor de schroef soms voor de helft boven water steekt. Leeg varende gemotoriseerde sleepspitsen kenmerken zich dan ook door hoog opspuitend schroefwater. Dit wordt vaak opgelost door midscheeps een waterdicht schot van een meter hoog te plaatsen. Het achterruim laat men nu gedeeltelijk vol water lopen. Dit worden zogenaamde “natte spitsen” genoemd. Bijkomend voordeel is dat de stuurhut voor de vele lage vaste bruggen in Frankrijk niet hoeft worden afgebroken.

In de opbouw van het achterschip zijn meerdere verschillen. Vooral in België populair was het type met een kleine roef aan de den en een grote woonstuurhut. Moderne spitsen (altijd nog van vóór 1965) hebben een salonroef met daarvoor de stuurhut. Soms met een tussendek, waarvoor nog een half verzonken dekhuis: de stookhut. Dit was keuken en washok, nu vaak toilet of bergruimte. Bij de spitsen die als motorschip gebouwd werden, verdween de achtersteven en werd het roer kleiner. Het achterschip boven de waterlijn is bijna rond en onder water vrij scherp voor een betere wateraanvoer naar de schroef.

Natuurlijk bestaan er variaties en kenmerken waaraan kenners de werf van aanbouw kunnen herkennen. Bekende spitsenwerven waren Peters te Dedemsvaart en in België de Winter en de Wachter te Boom. In Frankrijk waren veel spitsenwerven. Een heel kenmerkende was een werf in Straatsburg; deze spitsen hadden een salonroef, maar de zijden van het achterschip werden tot circa 60 centimeter boven het dek opgetrokken. Het werd een zogenaamd kruiserhek, vergelijkbaar met het achterschip van een coaster. Zo verkreeg men een woning over de volle breedte van het schip, met grote patrijspoorten in de zijden. Nog steeds zijn spitsen een veel voorkomend type, dat zelfs vracht van Nederland door Frankrijk naar de Middellandse Zee kan vervoeren. Ze wordt daarom wel het “echte” Europaschip genoemd. 

Bekijk het actuele aanbod ex-beroepsschepen

Jachten en Schepen in de verkoop, verkocht of uit de verkoop